Veel dorpswinkels staan er wat ongemakkelijk bij. Winkels huizen er in panden waarvan de onderkant geamputeerd is. Het pand als gehele architecturale figuur met een toegewijd vitrine-ontwerp bestaat veelal niet meer. De etalage is vaak tot een generieke en zo volvlakkig mogelijke glazen ingreep verworden die geen gesprek meer aangaat met wat erboven gebeurt. Onder meer doordat steeds dezelfde naamborden de boventoon voeren in dorpse winkelstraten, zijn ze steeds meer op elkaar gaan lijken. Kinderschoenen Deruyte trekt zich het dorp aan. Het probeert het specifieke van dat dorp te begrijpen en deze observaties te integreren in de betekenislagen van het ontwerp van een dorps (nieuwbouw) winkelpand. Als een ‘winkelhuis’ probeert het winkel en wonen in een gevelfiguur samen te brengen. De etalage is met zijn drie vitrinekasten omheen een overdekte toegangsruimte een uitnodiging voor de passant. De voordeur van de bovenliggende woning zit hier stiekem tussen verweven en is een van de details die probeert het wonen boven een winkel mee vorm te geven. Terwijl de gevel de grond tracht op te zoeken, schuift een glazen vitrine van messing profielen met de glans van goud zich ervoor. Het naambord is als een glazen plaat voor het wit gekeimde metselwerk geplaatst. De kinderlijk geschreven tekst werpt zijn schaduw op de witte muur. ’s Avonds werkt het naambord als een genereuze lichtkast in de straat.
Opdrachtgever: De Ruyte, Stabiliteit: Arthur De Roover, Hoofdaannemer: Inter-Fast, Fotografie: Filip Dujardin Prijzen: BIS architectuurwedstrijd, laureaat, 2012