Aan de Grote Markt van Diksmuide heeft de 19e eeuwse architectuur plaats moeten maken voor na-oorlogse wederopbouwarchitectuur, die als een in één tijd gebouwd decor om het plein gespannen staat. Het stadhuis is de hoofdrolspeler van het tafereel. Het eclectische ontwerp is door Vaerwyck doorheen de funderingen van het vooroorlogse ontwerp van Delacenserie getekend en gebouwd. De actuele vraag naar toegankelijkheid en een meer publiek karakter wordt ingelost door een betonnen haakvormige hellingsbaan en glazen onthaal dat eerder als hekwerk, dan als bouwkundige aanbouw voor de oude gevels staat. Het schrijnwerk van ronde glasroedes is hier meteen ook constructie. Het wordt verdergezet als vrijstaande structuur rondom de contour die door de randen van de bestaande gebouwen wordt aangezet. Het nieuwe publieke pleintje dat hierdoor ontstaat is als een intimistischere plek gekoppeld aan de uitgestrekte open ruimte van de Grote Markt. De verbinding tussen beide stedelijke ruimtes gebeurt via de passage tussen stadhuis en toerismekantoor. Zo wordt voormalige in onbruik geraakte achterkantplek opnieuw belangrijk en publiek gemaakt. Een nieuwe patio op het pleintje zorgt voor een rechtstreekse ontsluiting van de kelder van buitenaf, met daarin het kunstarchief en de leeszalen.
Opdrachtgever: Stad Diksmuide, Restauratie: Callebaut Architecten, Stabiliteit: Mouton, Technieken: Studiebureau Boydens, Landschapsarchitect: Jan Minne, Hoofdaannemer: Artes Woudenberg, Fotografie: Frederik Vercruysse, Stijn Bollaert, Benoit Stes Prijzen: Prijs Wivina Demeester 2016