De oorspronkelijke situatie is een extreme concentratie van wat typerend is voor het vertrekpunt in veel Belgische verbouwingsopdrachten. Aanbouw na aanbouw heeft er zich aan de achterkant spontaan een ongewoon bouwwerk ontwikkeld. De slechte bouwfysische staat van deze bestaande achterbouwen vroeg een doortastende ingreep. Alles vanaf de achtergevel van de woning werd volledig gesloopt.
Hoewel architecturaal van geen kwaliteit, zit er een aanknopingspunt in de langerrektheid van het oude volume. Tesamen met het zoeken naar een comfortabele trap, zorgde dit voor een van de aanleidingen in het ontwerp. Het volume is langerekt langsheen de tuin ontworpen op een manier dat zowel het hoofdvolume als de nieuwe woondelen maximaal op de tuin worden betrokken. De volumetrie vindt zijn origine in de ontwikkeling van de trap en de bestaande volumetrie van het hoofdvolume met garage. Door de helling van het dak mee te laten oplopen met de traphelling en daarna te laten afbouwen weg van het grotere volume ontstaat er een nieuwe ‘totaalvolumetrie’ die harmonieus samenwerkt met het hoofdvolume. Het afstemmen van de dakhellingen op elkaar draagt hiertoe bij.
De luifel die zich over de volledige lengte van de achterbouw uitstrekt werkt mee in de volumetrie en biedt een bijzondere buitenplaats. Door grote vouwramen voorzien bij keuken en eetplaats ontstaat hier een soort ‘buitenleven’.
Het nieuwe volume zowel als de oude achtergevel werden bekleed met massiefhouten planken die groen gebeitst werden. De opengaande raamkaders zijn eveneens in hout maar natuurkleurig. De vaste ramen zijn uitgewerkt als diepe zitnissen met blokkaders aan de binnenzijde en een gegalvaniseerd stalen profiel om het glas vast te klemmen aan de buitenzijde.
Opdrachtgever: De Groote-Van Hoeck, Stabiliteit: Babel Ingenieurcollectief, Hoofdaannemer: VDB bvba, Fotografie: Ilse Liekens, Prijzen: Belgische Prijs voor Architectuur 2011, nominatie