Het project betreft de renovatie van 6 kleine arbeiderswoningen, rug-aan-rug gelegen met 4 grotere burgerwoningen. Het binnengebied ertussen was voor de renovatie dens bebouwd met volumes van twee bouwlagen met hellend dak erop. Hierdoor werd de lichtinval in de hoofdvolumes beperkt. Er is gekozen voor het volledig leegmaken van het binnengebied. Gezien de zeer slechte staat van de huizen zelf kon finaal enkel het metselwerk en een gering aantal houten vloerstructuren bewaard blijven. De vier grote woningen werden omgevormd tot gelijkvloerse appartementen met bovenliggende duplexen. Ze worden gekenmerkt door een behoud van de kamerstructuur in de hoofdvolumes en de nieuwe invullingen in het binnengebied. Bij de zes zeer smalle arbeiderswoningen werden de bestaande binnenwanden gesloopt om zo groot mogelijke ruimtes te maken binnen de woning. De niet draagkrachtige zoldervloer werd hier verwijderd en een mezzanine ingevoegd. Zowel in badkamer als slaapkamer wordt het hellend dak zichtbaar.
Om de kwaliteit van de woninggroep te verhogen binnen een low-budget positie werd vooral ingezet op de nieuwe invulling in het binnengebied. De nieuwbouw, behorende tot de grote woningen, bestaat uit kamers die rondom 4 patio’s zijn gegroepeerd. Inspelend op de bestaande grote gevelopeningen werd een eerste volume hoog opgetroken over de ganse achtergevel. Door bij ruimteovergangen trappen te introduceren en de daken mee te verlagen, kon het nieuw volume zo laag mogelijk worden gehouden aan de kant van de koeren van de kleine woningen. Het groendak is een zichttuin voor de bewoners.
Opdrachtgever: Rydant-Van Hulst, Stabiliteit: Mouton, Aannemer ruwbouw: Gebroeders De Ridder, Fotografie: Sarah Blee Prijzen: Belgische Prijs voor Architectuur 2011, nominatie; Belgian Building Awards 2011, nominatie; Architectuurprijs Provincie Oost-Vlaanderen 2010, 1e prijs