Deze herenwoning maakt deel uit van een ruimer geheel van telkens twee gelijke woningen gespiegeld rondom een centrale directeurswoning. Ze behoorden tot de site van een voormalige textielfabriek. De huizengroep vormt een bijzondere enclave. Aan de achterkant wordt dit het meest duidelijk. De hellende daken van de gekoppelde rug-aan-rug achterbouwen zijn hier typerend. De omhullende en gebogen tuinmuren binden het geheel. Doordat de oorspronkelijke achterbouw van de woning bestond uit een opeenvolging van drie volumes ontstond er een enge en lange doorgang naar de nauwelijks zichtbare achterliggende tuin. Deze beperkte relatie met de buitenruimte voldeed niet aan de wensen van de bewoners. Het gebrek aan lichtinval evenmin. In deze specifieke context en typologie van de achterbouwen werd gezocht naar een volume dat hieraan appelleert. De dakvorm werd behouden en de vroegere enge doorgang naar de tuin wordt met glas overdekt.
Dit resulteert in een vlinderdak, één zijde open beglaasd, de andere gesloten met dakpannen. In de met glas overdekte voormalige nauwe doorgang zit de nieuwe keuken. Deze ruimte roept een buitensfeer op, vergelijkbaar met die in een orangerie. Naast het fijne staalschrijnwerk, werkt ook het zichtmetselwerk mee in het versterken van die ervaring. In tegenstelling tot de origineel massieve metselwerk volumes wordt hier met een heel open structuur gewerkt. De betonnen constructie schakelt drie gekoppelde ruimtes in de gewenste positie en verhouding. Leefruimte, keuken en eetplaats worden gegroepeerd en staan nu in direct contact met de tuin. Deze werkt als een ‘buitenkamer’ in directe relatie met het interieur.
Opdrachtgever: Verstraete-De Langhe, Stabiliteit: Babel ingenieurscollectief, Hoofdaannemer: Etabo bvba, Fotografie: Sarah Michielsen Prijzen: Belgische Prijs voor Architectuur 2009, 1e prijs; Stadsprijs Sint-Niklaas 2008, 1e prijs